Drie verschillende situaties
Afhankelijk van de situatie wordt bepaald wanneer het ideale moment is om het implantaat te plaatsen.
In dit artikel
In dit artikel schetsen we de drie meest voorkomende situaties voor de plaatsing van een implantaat. Klik op één van de situaties om direct meer te lezen:
1. Direct na het verwijderen van een tand of kies
In sommige gevallen is het wenselijk om onmiddellijk na het verwijderen van een tand of kies het implantaat te plaatsen. Op deze manier is er maar één chirurgische fase noodzakelijk en is het mogelijk de totale duur van het behandeltraject te verkorten. De voorwaarden hiervoor zijn dat er voldoende bot aanwezig moet zijn om dit voorspelbaar te kunnen uitvoeren en dat de eventueel aanwezige ontsteking ook volledig weggehaald kan worden.
Als de anatomische volumes minimaal zijn maar wel voldoende om direct te implanteren, dan kan er soms op basis van een driedimensionale röntgenscan (feitelijk een verkleinde CT-scan) en een drie-dimensionele digitale afdruk van uw gebit een boormal vervaardigd worden. Op deze manier is het uiterst precies op welke positie het implantaat geplaatst wordt zodat we de meest gunstige uitgangspositie gewaarborgd hebben.
In enkele gevallen kan er zelfs direct een tand op gefabriceerd worden zodat u zonder uitneembare voorziening hoeft te functioneren tijdens de inhelingsperiode! Het implantaat moet drie maanden integreren in het kaakbot voordat de definitieve kroon vervaardigd kan worden.
Meer weten over directe plaatsing van implantaten?
Waaraan moet de situatie voldoen om een implantaat voorspelbaar onmiddellijk te kunnen plaatsen? We leggen het graag uit in ons uitgebreide artikel.
2. Drie maanden na het verwijderen van een tand of kies
Indien er te weinig bot aanwezig is rondom de tand of kies dan kan het zijn dat we eerst de tand of kies trekken, het wondgebied volledig ontstekingsvrij maken en meteen botmateriaal aanbrengen om de huidige volumes van het bot en tandvlees zoveel mogelijk te behouden. Doorgaans is het na drie maanden voldoende hard zodat we dan het implantaat kunnen plaatsen. Wacht er daarom niet te lang met het behandelen van een tand of kies met een ontsteking omdat dit ten koste gaat van het botvolume! Ook in deze situatie moet het implantaat drie maanden goed integreren in het kaakbot.
3. Zes maanden na botopbouw
Indien de tand of kies langere tijd geleden getrokken is, dan treedt er slinking van tandvlees en bot op. Als het zodanig weinig is dat er te weinig bot aanwezig is om het implantaat te plaatsen dan moet er in sommige gevallen het volume hersteld worden buiten de huidige anatomische contouren. Bij dit soort type regeneraties laten we het bot langer inhelen voordat we het implantaat plaatsen.
Gemiddeld genomen wachten we doorgaans zes maanden voordat het implantaat geplaatst wordt. De minimale termijn dat het implantaat goed moet integreren is drie maanden, hoewel er in deze situatie soms ook wel eens wat langer gewacht wordt voordat het implantaat met kauwkrachten belast mag worden.
Overzicht van behandelmomenten
Om u te helpen een beter beeld te krijgen van de mogelijkheden, hebben we de drie meest voorkomende momenten voor het plaatsen van een implantaat overzichtelijk voor u samengevat.
In onderstaand schema vindt u per situatie de belangrijkste kenmerken, voordelen en nadelen, evenals een indicatie van de behandelduur. Zo ziet u in één oogopslag welke aanpak in uw situatie mogelijk passend kan zijn.
Wanneer plaatsing implantaat |
Voordelen |
Nadelen |
Globale behandeltermijn vanaf eerste behandeling |
|---|---|---|---|
Direct na het verwijderen van een tand of kies |
|
|
4 maanden |
Drie maanden na het verwijderen van een tand of kies |
|
|
7 maanden |
Zes maanden na een uitgebreide botopbouw |
|
|
11 maanden |
Maak een afspraak
Het is dus in elke situatie zeer afhankelijk hoe de beginsituatie eruit ziet. Benieuwd wat in uw geval het beste is? Laat u door ons informeren. Maak een afspraak bij onze implantologiepraktijk via de onderstaande knop!
